Coquilles.
Dit zijn de spieren uit de Jacobs schelpen. Je kan er heerlijke gerechten meemaken. Ik probeer altijd verse coquilles te krijgen. Je moet ze dan wel zelf openmaken.
Pak de schelp in een theedoek vast en zet een stevig mes aan de zijkant tussen de schelpdelen.
Hierdoor kun je de bladen uit elkaar wrikken. Zet nu je vinger ertussen.
Nu kan je met het mes langs het rechte deel van de schelp snijden. De spier laat nu los.
Dan kom je een enorme rommel tegen.
Vanaf de ronde kant van de schelp kan je de rommel, of terwijl de baard eruit trekken en houd je een mooie coquille over. Hiermee kun je weer van alles doen.
Maar gooi de baard niet weg. Laat hem samen met het vocht in een pan vallen. Daar kan je namelijk een overheerlijke soep van maken.
Zet de baard met sjalotjes aan. doe er witte wijn op en een tak laurier. laat dit een uurtje trekken. Giet er room bij en verwarm. Wil je het nog meer naar zee laten smaken dan kan je ook nog oester vocht toevoegen. Zet weg en laat het afkoelen. Passeer het koude mengsel door een zeef en warm voor je het gaat serveren op.
Is lekker met een drupje truffel olie, of als je luxe wil doen echte truffel.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten